Consultatie registratie-eisen FPPO

1. Inhoudelijke wijzigingen

1. Aanscherping opleidingseis: beroepsregistratie verplicht

In de praktijk blijkt dat het FPPO veld zo ver is dat iedereen een beroepsregistratie heeft. Voor de psychiaters was de beroepsregistratie al een eis voor de NRGD-registratie. Het College is voornemens om deze registratie- eis ook voor de forensisch psychologen en orthopedagogen te laten gelden. Daarmee wordt het ook makkelijker voor de rapporteur. Er hoeven namelijk geen diploma’s meer toegestuurd te worden bij een aanvraag om (her)registratie. Er kan dan worden volstaan met een kopie-bewijs van de inschrijving in het BIG-register als arts en psychiater of als GZ-psycholoog dan wel een kopie-bewijs van de inschrijving in het SKJ-register als kinder- en jeugdpsycholoog of als orthopedagoog postmaster in het SKJ-register.

Voorheen volstond de inschrijving in het NIP- of NVO-register, maar met de inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet is de uitvoering en toetsing van de beroepsregistratie in het jeugddomein ondergebracht bij het onafhankelijke SKJ-register. Het College heeft daarbij aangesloten.

Het College hecht veel waarde aan de beroepsregistratie, omdat de rapporteur daarmee aantoont over voldoende werkervaring in het vakgebied te beschikken, waarmee de aansluiting met de praktijk wordt behouden. Dat is naar het oordeel van het College voor het vak van forensisch rapporteur van essentieel belang. Een ander punt waar het College belang aan hecht is dat de BIG- of SKJ-geregistreerde rapporteur onder het wettelijk tuchtrecht valt.

De registratie-eisen gaan als volgt luiden:

  • Voor het deel-deskundigheidsgebied 003.1 FPPO Strafrecht volwassenen –
    psychiatrie en het deel-deskundigheidsgebied 003.3 FPPO Strafrecht Jeugdigen
    – psychiatrie moet de rapporteur zijn ingeschreven als arts en psychiater in het
    BIG-register en daarvan het bewijs overleggen.
  • Voor het deel-deskundigheidsgebied 003.2 FPPO Strafrecht volwassenen –
    psychologie moet de rapporteur zijn ingeschreven als GZ-psycholoog in het
    BIG-register en daarvan het bewijs overleggen.
  • Voor het deel-deskundigheidsgebied 003.4 FPPO Strafrecht Jeugdigen –
    psychologie en orthopedagogiek moet de rapporteur zijn ingeschreven als GZ-
    psycholoog in het BIG-register of als kinder- en jeugdpsycholoog in het SKJ-
    register of als orthopedagoog postmaster in het SKJ-register en daarvan het
    bewijs overleggen.

Overgangsregeling

Het College beoogt de nieuwe regeling per 1 september 2018 in te laten gaan. De huidige registraties blijven echter doorlopen tot aan het moment van herregistratie. Dit geldt ook als de rapporteur niet langer een beroepsregistratie heeft, bijvoorbeeld vanwege (naderende) pensionering. Pas bij de aanvraag tot herregistratie zal worden beoordeeld of de rapporteur aan de eis van de beroepsregistratie voldoet.

Het College verwacht van alle rapporteurs die vanaf 1 september 2018 worden ge(her)registreerd dat zij het NRGD informeren wanneer de beroepsregistratie tussentijds verloopt. Daarmee vervalt namelijk ook de grond voor de NRGD- registratie. De rapporteur kan dan in beginsel niet langer rechtstreeks door de officier van justitie worden benoemd, alleen nog door de rechter-commissaris.

2. Onderzoekscontacten

Het College hecht veel waarde aan voldoende onderzoekscontacten. Het College is daarom voornemens om in het Beoordelingskader op te nemen dat de rapporteur geadviseerd wordt om tenminste twee onderzoekscontacten te hebben, ongeacht het type onderzoek. Indien dat niet gebeurt, dan moet de rapporteur dat verantwoorden in het rapport (‘comply or explain’). Er blijft daarmee ruimte om af te wijken, mits gemotiveerd. Daarnaast moet het volledige concept-rapport ter inzage en correctie aan de onderzochte worden aangeboden. Het ter inzage en correctie aanbieden geldt niet als onderzoekscontact.

Het College sluit hiermee aan bij de richtlijn van het NIFP voor ambulant forensisch psychologisch onderzoek en rapportage in het strafrecht, volwassenen en jeugdigen (2017) en de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (2012). Het NRGD zal aanvragen om (her)registratie ook specifiek op het punt van de onderzoekscontacten en de bijbehorende verantwoordingsplicht toetsen.

3. Richtlijn NIFP

Het NRGD stelt als eis dat er wordt gerapporteerd conform vigerende richtlijnen, tenzij daarvan wordt afgeweken door het NRGD. Het NIFP heeft eind 2017 een nieuwe richtlijn voor ambulant forensisch psychologisch onderzoek en rapportage in het strafrecht, volwassenen en jeugdigen vastgesteld. Het College onderschrijft in beginsel deze richtlijn. Dit betekent dat bij toetsing van de aanvragen om (her)registratie voor Forensische Psychologie Jeugdigen en Volwassenen de richtlijn mede als uitgangspunt zal dienen. Voor het forensisch psychiatrisch onderzoek geldt de Richtlijn psychiatrisch onderzoek en rapportage in strafzaken van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) uit 2012.

In de nieuwe richtlijn van het NIFP komen alle onderzoekstappen aan de orde. De richtlijn bevat ook informatie over testmateriaal en risicotaxatie- instrumenten. Het College behoudt zich het recht voor om waar nodig bepaalde punten uit de richtlijn aan te scherpen of aan te vullen. Zie hierna onder toerekenen en risicotaxatie.

4. Toerekenen

Bij de toetsing van het advies over de mate van toerekenen hanteert het College als uitgangspunt dat de rapporteur de psychopathologie van de onderzochte en de doorwerking daarvan in het ten laste gelegde voldoende helder en genuanceerd moet hebben beschreven, opdat de rechter voldoende informatie heeft voor het beantwoorden van de vraag naar het toerekenen. Het uitgangspunt zal worden opgenomen in de toelichting bij het Beoordelingskader.

5. Risicoprognose

Risicotaxatie is een actueel onderwerp waarover veel discussie bestaat. Het College laat de registratie-eisen inzake het state-of-the-art maken van een risicoprognose vooralsnog ongewijzigd. Zie het Beoordelingskader FPPO.

Het College beraadt zich over de vraag of de rapporteur - mede gelet op de Gedragscode van het NRGD en overige vigerende beroepseisen - wel binnen de grenzen van zijn deskundigheid blijft, wanneer hij zonder dat door hem een stoornis wordt geconstateerd toch uitspraken doet over het recidiverisico.

2. Procedurele wijzingen

1. Tbs- en PIJ-verlengingsrapporten

Rapporteurs die naast reguliere rapportages ook tbs-verlengingsrapportages opmaken moeten als extra rapport een tbs-verlengingsrapport insturen voor de toetsing door het NRGD. In het verlengde hiervan heeft het College in 2017 besloten om dit beleid ook voor PIJ-verlengingsrapporten op te laten gaan.

2. Adolescentenrapporten

Met de inwerkingtreding van het adolescentenstrafrecht heeft het College bepaald dat rapporteurs adolescentenrapporten kunnen inleveren voor de NRGD-registratie voor zowel Jeugdigen als Volwassenen. Een ongewenst neveneffect van deze regeling is dat jeugdrapporteurs op basis van rapporten over enkel 16- en 17-jarigen voor een Volwassenen registratie in aanmerking kunnen komen, terwijl ze nog niet eerder iemand van 23 jaar of ouder hebben onderzocht. Dit is destijds, bij het vaststellen van de regeling, niet voorzien. Het College betreurt dat, omdat dit ten koste kan gaan van de kwaliteit van Volwassenen rapportages, te meer daar voor het rapporteren in de categorie Volwassenen specifieke competenties gelden. Het omgekeerde gaat ook op. Er zijn ook Volwassenen rapporteurs die een registratie voor Jeugdigen aanvragen en nog niet eerder een jeugdige jonger dan 16 hebben onderzocht. Het College is daarom voornemens om de regeling als volgt bij te stellen.

Voor een aanvraag om (her)registratie in de categorie Volwassenen moeten tenminste drie rapporten gaan over onderzochten van 23 jaar en ouder. Voor een aanvraag om (her)registratie in de categorie Jeugdigen moeten tenminste drie rapporten onderzochten van jonger dan 16 jaar betreffen. Bij de toetsing door het NRGD zal in ieder geval één van deze rapporten worden betrokken.