Tekort aan gedragsdeskundige rapporteurs

In het bericht ‘Rechterlijk pardon door capaciteitsgebrek bij NIFP’ (bron www.rechtspraak.nl) van 18 februari jl. staat dat de rechtbank in Den Haag een rechterlijk pardon heeft uitgesproken en bepaald dat aan de verdachte, die verdacht werd van mishandeling en bedreiging van familieleden, geen straf of maatregel wordt opgelegd.

Zie: Rechterlijk pardon door capaciteitsgebrek bij NIFP (rechtspraak.nl)

In deze specifieke zaak kon niet worden vastgesteld of de misdrijven die hij heeft begaan wel aan hem kunnen worden toegerekend en daarmee of aan hem wel een gevangenisstraf kon worden opgelegd. In deze zaak was er als gevolg van capaciteitsgebrek bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) geen rapport opgemaakt. Ook was er nog geen werk gemaakt van een zorgmachtiging.

We begrijpen van het NIFP dat door vergrijzing van het rapporteursbestand verschillende rapporteurs, die jaarlijks vele tientallen rapporten schrijven, met pensioen zijn gegaan of binnenkort gaan. Jonge rapporteurs schijnen jaarlijks gemiddeld veel minder rapporten te maken. Ook horen wij dat door het tekort aan gedragsdeskundigen de tarieven in 'de markt' veel hoger liggen dan die voor het rapporteren. Verder is het aantal GZ-opleidingsplaatsen voor psychologen beperkt. Ook wordt wel gesteld dat er steeds meer eisen worden gesteld aan de rapporteurs door de beroepsverenigingen, het NIFP, het NRGD en de tuchtrechter waardoor de animo om te rapporteren zou afnemen.

Wettelijke taak NRGD

Het College gerechtelijk deskundigen heeft als wettelijke taak een register te beheren met deskundigen in strafzaken die aan de wettelijk voorgeschreven kwaliteitseisen voldoen (artikel 51k, eerste lid, Wetboek van Strafvordering jo. artikel 2 en 4 van het Besluit register deskundige in strafzaken), de zogenoemde Pro Justitia rapporteurs. Met het register heeft de wetgever beoogd dat de rechter, de officier en de advocatuur een keuze kunnen maken voor een deskundige van wie de kwaliteit vooraf in algemene zin is gewaarborgd om zodoende de rechter te behoeden voor het nemen van verkeerde beslissingen.

Achtergrond NRGD

Het NRGD is in 2010 ontstaan nadat op grond van een aantal justitiële dwalingen, in zaken waarin deskundigen een belangrijke rol speelden, er een noodzaak bleek de kwaliteit van deskundigen in het strafproces te borgen.

Aansluiten bij consensus

Het NRGD werkt sinds 2010 aan een kwaliteitssysteem. Het register is gevuld met zo’n 500 forensisch psychologen en psychiaters.

Het NRGD stelt per deskundigheidsgebied normen vast waaraan de deskundige moet voldoen. De normen worden ontwikkeld door een commissie bestaande uit vakgenoten en uiteindelijk vastgesteld door het College. Daarin zijn vertegenwoordigd: de ZM, het Openbaar Ministerie, de advocatuur, de politie en een drietal wetenschappers. Het NRGD sluit daarbij in beginsel aan bij de consensus in het veld zoals vastgesteld door onder meer het NIFP en NVvP en ingekaderd door de eisen van de tuchtrechter. Ook worden de gedragsdeskundigen op grond van de wet verplicht tot een BIG-registratie.

Kwaliteitseisen NRGD volgen consensus

Verandert de consensus in het veld, dan verandert het NRGD mee. Het NRGD heeft de kwaliteitseisen sinds 2014 niet verhoogd. Wel is door de komst van het NRGD vereist dat men zich ook daadwerkelijk aan de normen van het veld houdt tenzij men daarvan gemotiveerd afwijkt.

Toetsing NRGD en capaciteit

Het NRGD toetst met oog en oor voor de praktijk en legt minimumeisen vast waarover consensus bestaat in het veld. Er vallen mensen af, maar het zijn er gelukkig steeds minder en het gebeurt alleen na een zorgvuldige toets, inclusief de mogelijkheid van een bezwaarprocedure. Vorig jaar ging het om slechts 5 Pro Justitia rapporteurs die niet meer in aanmerking kwamen voor herregistratie. Gezien de instroom van nieuwe rapporteurs is er per saldo in 2019 een aanwas van maar liefst 32 rapporteurs.

Een 6-tal Pro Justitia rapporteurs is gestopt wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of het verlopen van hun BIG-registratie.

Het NRGD beheert, faciliteert, en toetst achteraf. Hoe beter de kwaliteit aan ’de voorkant’ is geborgd, hoe meer mensen voor registratie in aanmerking komen.

Het NRGD ziet eisen zoals feedback (controle op de kwaliteit van de rapportage door het NIFP) als een belangrijk instrument om kwaliteit van deskundigenrapportages te borgen. Voor alle deskundigheidsgebieden van het NRGD geldt als registratie-eis dat de rapporteur feedback krijgt op zijn rapportages. De ervaring leert dat hoe robuuster het feedbacksysteem is, hoe minder mensen afvallen voor de NRGD-registratie.

Beleid NRGD ontwikkelt mee

Met behoud van de noodzakelijke minimumeisen probeert het NRGD te komen tot een goed gevuld register. Daartoe wordt ook geprobeerd om daar waar dat kan het de rapporteur makkelijker te maken.

Zo kent het NRGD naast de oorspronkelijke wettelijke toewijzing of afwijzing ook een voorwaardelijke registratie.

Verder heeft het NRGD vorig jaar de PJ-opleiding van het NIFP erkend. Daarmee vervalt voortaan de dubbele inhoudelijke toetsing (examen bij het NIFP én een toetsing door het NRGD). Geslaagde cursisten van de PJ-opleiding (circa 35 per jaar) komen nu op basis van uitsluitend een administratieve toets in het register van het NRGD. Dat scheelt tijd en belasting.

Daarnaast is het voor rapporteurs die zijn afgewezen of die de registratie hebben laten verlopen eenvoudiger geworden om terug te keren in het register. Twee jaar geleden heeft het NRGD de regels versoepeld; dergelijke rapporteurs kunnen zich versneld, namelijk met een beperkter aantal rapporten, aanmelden.

Ook wordt er gewerkt aan het digitaliseren van de aanvraag voor de registratie zodat de administratieve lasten voor de rapporteur afnemen.

NRGD
25 maart 2020