Internationaal congres forensisch DNA-onderzoek

De ISFG (International Society for Forensic Genetics) organiseerde een congres over alle facetten van forensisch DNA-onderzoek in Praag van 9 tot 13 september.

Tijdens deze vijfdaagse conferentie bespraken deskundigen uit binnen- en buitenland diverse onderwerpen van sub-sub bronniveau tot delictniveau. Aan de orde kwamen onder meer technologische ontwikkelingen en nieuwe onderzoeksgebieden.

De kick-off van het congres werd verzorgd door Manfred Kayser, hoofd van de afdeling Genetic Identification aan het Erasmus MC. Voor een volle zaal ging hij in op de ontwikkelingen van de afgelopen 10 jaar in phenotypering: het is inmiddels theoretisch mogelijk om een waarschijnlijkheidsuitspraak te doen wat iemands oog-, haar- en huidskleur is, op basis van het DNA van die persoon. Nu is het afwachten wat dit voor gevolgen kan hebben in opsporingsonderzoek van de politie en de bewijsvoering in de rechtszaal.

De diverse workshops behandelden elk een specifiek onderwerp binnen de DNA-analyse. Naast een theoretisch gedeelte gingen deelnemers ook zelf aan de slag, bijvoorbeeld met softwarepakketten en het maken van berekeningen.

Het NRGD werd op dit congres vertegenwoordigd door beleidsmedewerkers Nathalie Raats en Nick Laan. Zij spraken met verschillende DNA-deskundigen over kwaliteitswaarborging binnen de rechtspraak met betrekking tot DNA-analyse. Met behulp van de poster ‘Standardizing DNA reporting on activity level’ informeerden zij de deelnemers over het voornemen om DNA-onderzoek op activity level toe te voegen aan het NRGD.

In forensisch activiteitenonderzoek staat de vraag centraal: hoe of wanneer is het biologische materiaal (DNA) achtergelaten? Nederland is vooruitstrevend met dit onderzoek omdat in de meeste landen nog niet op activiteitenniveau wordt gerapporteerd. Hierdoor kreeg dit onderwerp dan ook veel bekijks.