Beleidskader visitatie en erkenning
Regeling | 29-06-2022
Beleidsregel van het College gerechtelijk deskundigen van 17 juni 2021 over de visitatie en erkenning van een opleiding tot gerechtelijk deskundige en een deskundigheidsbevorderingssysteem (Beleidsregel visitatie en erkenning NRGD).
Met het instrument van de visitatie en erkenning geeft het College invulling aan de beoordelingsruimte van artikel 12, tweede lid, van het Besluit register deskundige in strafzaken.
Het College beheert conform zijn wettelijke taak een register met gerechtelijk deskundigen die aan de wettelijk voorgeschreven kwaliteitseisen voldoen. Het is aan het College om de toetsingsprocedure nader in te vullen en vast te stellen. Het College meent dat de erantwoordelijkheid voor het opleiden en op peil houden van deskundigheid primair hoort te liggen bij de instantie waarvoor de deskundige werkzaam is. Door een opleiding of deskundigheidssysteem van de betreffende instantie te visiteren en, bij positief resultaat, te erkennen kan de dubbele toetsing die in de praktijk plaatsvindt, bij zowel de instantie als bij het NRGD, komen te vervallen.
In geval van erkenning vindt de inhoudelijke toets alleen nog bij de instantie plaats, met een gecommitteerde van het NRGD in de toetsingscommissie. Het NRGD handelt de aanvragen om (her)registratie dan uitsluitend op basis van een administratieve toets af. Erkenning betekent dus ook dat het College meer op afstand komt te staan. Dat kan alleen wanneer het College het vertrouwen heeft dat de kwaliteit van de gerechtelijk deskundigen die staan ingeschreven in het NRGD is gewaarborgd. Daarom stelt het College strikte voorwaarden aan de erkenning en kwaliteitseisen aan een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem alsmede de examinering.
Hoofdstuk 1: algmeneen
In dit Beleidskader wordt verstaan onder:
- College: het College gerechtelijk deskundigen;
- NRGD: het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen;
- Deskundige: de gerechtelijk deskundige in opleiding en de in het NRGD geregistreerde gerechtelijk deskundige die werkzaam is voor de instantie onder d;
- Instantie: een instantie die een eigen opleiding tot gerechtelijk deskundige en deskundigheidsbevorderingssysteem heeft en een verzoek om erkenning daarvan doet;
- Opleiding: het samenhangend en gestructureerd geheel van georganiseerde scholingsactiviteiten waarmee kennis en ervaring wordt opgedaan om als gerechtelijk deskundige te kunnen rapporteren in de context van het recht;
- Deskundigheidsbevorderingssysteem: het samenhangend en gestructureerd geheel van georganiseerde (scholings)activiteiten op basis waarvan kennis en vaardigheden voortdurend worden ontwikkeld om het vak van gerechtelijk deskundige op verantwoorde en professionele wijze te kunnen blijven uitoefenen.
Hoofdstuk 2: voorwaarden voor erkenning
- Om voor erkenning in aanmerking te komen, dienen een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem te voldoen aan de door het College vastgestelde standaarden, zoals vastgelegd in bijlage 1 van dit beleidskader, en daartoe te zijn gevisiteerd door een onafhankelijke visitatiecommissie conform de vereisten van dit beleidskader.
- Het deskundigheidsgebied waar de visitatie en erkenning op ziet, dient te zijn genormeerd en te zijn opengesteld voor registratie in het NRGD of binnen afzienbare tijd opengesteld te worden.
- Hernieuwing van de erkenning vindt plaats op grond van het dan geldende beleidskader.
Toelichting
Het College heeft in 2017 beleid vastgesteld om een forensische opleiding te kunnen erkennen. Op basis daarvan heeft het College de pro Justitia opleiding van het NIFP erkend. Het College heeft in dit beleidskader de voorwaarden voor hernieuwing van een erkenning verder uitgewerkt. In de praktijk bleek ook behoefte te bestaan aan de erkenning van een deskundigheidsbevorderingssysteem, opdat de herregistratie in het NRGD ook onder het bereik van de erkenning kan vallen. Daarom voorziet dit beleidskader in de mogelijkheid om niet alleen een opleiding tot gerechtelijk deskundige maar ook een deskundigheidsbevorderingssysteem te visiteren en erkennen. Te denken valt aan de opleiding tot tekenbevoegd forensisch deskundige met hercertificering van het NFI of het opleidings- en deskundigheidsbevorderingsprogramma van de STAB.
Om de kwaliteit van het register te waarborgen zullen de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem ertoe moeten leiden dat de deskundige (blijvend) aan de kwaliteitseisen van het NRGD voldoet. Deze kwaliteitseisen zijn dan ook het uitgangspunt voor de erkenning en als dusdanig verankerd in de standaarden waaraan de visitatiecommissie dient te toetsen (zie bijlage 1).
Het deskundigheidsgebied waar de visitatie en erkenning op ziet, dient genormeerd te zijn en opengesteld te zijn voor registratie in het NRGD of binnen afzienbare tijd opengesteld te worden. Dit betekent concreet dat het College een beoordelingskader moet hebben vastgesteld voor het deskundigheidsgebied dat onder het bereik van de erkenning moet vallen. Het deskundigheidsgebied zal ook feitelijk moeten zijn opengesteld voor registratie, opdat alle op dat gebied werkzame deskundigen de mogelijkheid hebben om een aanvraag om registratie te doen.
Het beleidskader betreft een dynamisch document dat het College aan de hand van de ervaringen in de praktijk waar nodig kan bijstellen. In geval van hernieuwing van de erkenning is het dan geldende beleidskader het uitgangspunt voor de visitatie en erkenning.
Hoofdstuk 3: erkenningsprocedure
Een instantie verzoekt het College om erkenning van een opleiding of een opleiding en een deskundigheidsbevorderingssysteem.
Toelichting
Het initiatief om een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem te laten erkennen ligt bij de instantie. Dit is op vrijwillige basis. De instantie kan verzoeken om erkenning van een opleiding tot gerechtelijk deskundige óf een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem op basis waarvan de instantie de kennis en vaardigheden van nieuw op te leiden en ervaren deskundigen borgt.
Wanneer het College overgaat tot erkenning zijn daar wel verplichtingen aan verbonden, voor zowel de instantie als het College. Die verplichtingen zullen worden neergelegd in een overeenkomst.
Het College kan een verzoek om erkenning in ieder geval buiten behandeling of deels buiten behandeling laten indien de verstrekte gegevens en stukken onvoldoende zijn voor de beoordeling van het verzoek om erkenning, mits de instantie in de gelegenheid is gesteld om de gegevens en stukken binnen een door het College gestelde termijn aan te vullen.
Het College wijst een verzoek om erkenning af indien niet aan de in artikel 2:1 genoemde voorwaarden is voldaan.
Toelichting
Om voor erkenning in aanmerking te komen zullen de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem moeten voldoen aan de standaarden die het College heeft vastgesteld (zie bijlage 1 van dit beleidskader). Er vindt een visitatie plaats om dat te kunnen beoordelen. De kosten van de visitatie komen voor rekening van de instantie (zie artikel 4.9). Om te voorkomen dat een instantie onnodig kosten maakt, zal eerst met de instantie worden besproken welke stappen eventueel nodig zijn om de visitatie in gang te kunnen zetten.
Wanneer met een opleiding en een deskundigheidsbevorderingssysteem meerdere deskundigheidsgebieden worden bediend en de vakinhoudelijke delen van een specifiek deskundigheidsgebied niet aan de standaarden blijken te voldoen, kan het College het verzoek om erkenning deels – dat wil zeggen specifiek voor dat deskundigheidsgebied – afwijzen en voor de overige gebieden toewijzen.
- a. Het College kan een opleiding en een deskundigheidssysteem erkennen onder de voorwaarde dat de instantie de tekortkomingen wegneemt binnen een door het College nader te bepalen termijn.
- De termijn van een voorwaardelijke erkenning wordt op ten hoogste twee jaar gesteld.
Toelichting
Om voor erkenning in aanmerking te komen zullen de opleiding en het deskundigheidssysteem moeten voldoen aan de standaarden die het College heeft vastgesteld. In bijlage 1 van dit beleidskader is vastgelegd welke standaarden voldoende moeten zijn en welke standaarden een voldoende onder voorwaarde kunnen krijgen. In dat laatste geval kan het College een voorwaardelijke erkenning verlenen. Het College gaat hier terughoudend mee om. Bij het College moet in ieder geval de gerechtvaardigde verwachting bestaan dat de instantie de tekortkomingen binnen de gestelde termijn kan wegnemen.
Het College kan de gevolgen van een erkenning gefaseerd laten ingaan.
Toelichting
Het gefaseerd laten ingaan van de gevolgen van een erkenning zal aan de orde zijn wanneer het College naast een opleiding tot gerechtelijk deskundige ook een deskundigheidsbevorderingssysteem erkent.
Erkenning opleiding
Bij erkenning van een opleiding tot gerechtelijk deskundige vervalt de inhoudelijke toetsing van het NRGD voor pasopgeleide deskundigen die de opleiding met goed gevolg hebben afgerond. De inhoudelijke toets vindt dan alleen nog bij de instantie plaats, met een gecommitteerde van het College in de toetsingscommissie. Pasopgeleide deskundigen kunnen dan op basis van uitsluitend een administratieve toets voorwaardelijk, dat wil zeggen voor twee jaar, in het NRGD worden geregistreerd. Na die twee jaar, en vervolgens elke vijf jaar, volgt een inhoudelijke toets voor herregistratie van de deskundige in het NRGD. Deze toets zal het NRGD wel weer zelf doen.
Erkenning opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem
Wanneer het College naast een opleiding ook een deskundigheidsbevorderingssysteem erkent, zal het College de gevolgen van de erkenning fasegewijs laten ingaan. Bij de initiële erkenning zal de inhoudelijke toetsing van het NRGD als eerste voor de pasopgeleide gerechtelijk deskundigen komen te vervallen. Na twee jaar volgt er dan een hervisitatie van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem. Wanneer het College bij positief resultaat van de hervisitatie de erkenning voor vijf jaar verlengt, zal de inhoudelijke toetsing van het NRGD voor de groep onvoorwaardelijke geregistreerde deskundigen komen te vervallen. De inhoudelijke toets vindt dan ook voor deze groep alleen nog bij de instantie plaats, met een gecommitteerde van het College in de toetsingscommissie.
Het NRGD zal de inhoudelijke toetsing van voorwaardelijk geregistreerde deskundigen vooralsnog wel zelf blijven doen. Daarbij gaat het om pasopgeleide deskundigen met een beleidsmatige voorwaardelijke registratie van twee jaar of deskundigen met een maatwerkregistratie van twee jaar.
Wanneer een erkenning wordt uitgebreid met een nieuw deskundigheidsgebied, zal ook voor het nieuw toegevoegde gebied gelden dat de gevolgen van de erkenning fasegewijs zullen ingaan. Dat wil zeggen dat de inhoudelijke toetsing door het NRGD als eerste voor de pasopgeleide deskundigen komt te vervallen en bij positief resultaat van de hervisitatie na twee jaar voor de deskundigen die onvoorwaardelijk in het NRGD geregistreerd zijn. Het NRGD toetst de deskundigen dus altijd één keer volledig zelf. De pasopgeleide deskundigen als zij na twee jaar op moeten voor herregistratie en de ervaren deskundigen bij de aanvraag om een initiële registratie. Het College houdt zo in de volle breedte zicht op de kwaliteit van de in het NRGD geregistreerde deskundigen.
- Een initiële erkenning geldt voor een periode van twee jaar, rekenend vanaf de ingangsdatum van de erkenning.
- Het College verlengt de erkenning, behoudens een voorwaardelijke erkenning, telkens voor een periode van vijf jaar.
- De instantie dient zes maanden voor het verlopen van de erkenning een verzoek om hernieuwing van de erkenning te hebben gedaan. Zolang het College niet op het verzoek om hernieuwing van de erkenning heeft beslist, blijven de gevolgen van de reeds verleende erkenning in stand. Zie toelichting
Toelichting
De erkenning en het achterwege laten van de inhoudelijke toetsing van een aanvraag om (her)registratie door het NRGD vindt plaats tot de dag waarop de erkenning van rechtswege verloopt. De inhoudelijke toetsing door het NRGD treedt daarna onverwijld weer in werking. Wanneer de instantie zes maanden voor het verlopen van de erkenning een verzoek om hernieuwing van de erkenning heeft gedaan, blijven de gevolgen van de erkenning in stand zo lang het College niet op het verzoek van de hernieuwing van de erkenning heeft beslist.
Het College maakt zijn beslissing op een verzoek om erkenning zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst van de rapportage van de visitatiecommissie, schriftelijk aan de instantie en in kopie aan de voorzitter van de visitatiecommissie bekend.
Hoofdstuk 4: De visitatie
- Een onafhankelijke visitatiecommissie beoordeelt een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem op de standaarden, zoals vastgelegd in bijlage 1 van dit beleidskader alsmede op basis van de vereisten van dit beleidskader, en brengt daarover een rapportage uit aan het College.
- In het geval van een voorwaardelijke erkenning neemt de visitatiecommissie de verbeterpunten mee in haar beoordeling en rapporteert daar separaat over.
Toelichting
Voor het College staat voorop dat de visitatiecommissie haar taak onafhankelijk van het College en de instantie verricht. De leden van de visitatiecommissie tekenen daartoe een onafhankelijkheidsverklaring. Onafhankelijkheid houdt ook in dat de leden van de visitatiecommissie in de afgelopen vijf jaar geen directe of indirecte banden hebben gehad met de instantie, de opleiding of het deskundigheidsbevorderingssysteem, die kunnen leiden tot belangenverstrengeling of de schijn daarvan.
De visitatiecommissie doet de beoordeling op de standaarden op basis van schriftelijke stukken en een visitatiebezoek. In dit beleidskader staat beschreven waaruit die schriftelijke beoordeling en het visitatiebezoek moeten bestaan.
- De visitatiecommissie bestaat uit een kernpanel en een deskundigheid specifiek panel of een combinatie daarvan.
- De leden van het kernpanel en het deskundigheid specifieke panel worden, na raadpleging van de instantie, door het College benoemd.
- Het kernpanel bestaat uit ten minste twee leden met kennis van en ervaring met het beoordelen van opleidingen of deskundigheidsbevorderingssystemen en het van toepassing zijnde rechtsgebied.
- Het deskundigheid specifieke panel bestaat uit een nader door het College te bepalen aantal leden met vakinhoudelijke kennis en ervaring als gerechtelijk deskundige op het deskundigheidsgebied waar de visitatie op ziet.
- Een onafhankelijk secretaris ondersteunt de commissie. De secretaris maakt geen deel uit van de commissie.
Toelichting
De visitatiecommissie zal, afhankelijk van het aantal en de aard van de te beoordelen deskundigheidsgebieden, op maat worden samengesteld. Wanneer ‘slechts’ een of twee deskundigheidsgebieden onder het bereik van de erkenning moeten vallen, is het denkbaar dat het kernpanel en het deskundigheidsgebied specifieke panel in elkaar opgaan. De visitatiecommissie zal dan moeten bestaan uit in ieder geval een vakinhoudelijk deskundige die ervaring heeft met het beoordelen van een opleiding of een deskundigheidsbevorderingssysteem. Deze vakinhoudelijk deskundige moet in staat zijn om, naast de deskundigheid specifieke toets, de toets op de algemene delen uit te voeren.
De rapportage van de visitatiecommissie beschrijft:
- De rol en bevoegdheden van de commissie en diens individuele leden;
- De onderzoeksopzet;
- Het gehanteerde toetsingskader met verwijzing naar de standaarden, het van toepassing zijnde beoordelingskader en de Gedragscode van het NRGD;
- De toetsingswijze(n) en gehanteerde bronnen;
- Het oordeel op de verschillende standaarden alsmede het eindoordeel over de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem (zie bijlage 1 van dit beleidskader);
- Het proces van hoor en wederhoor met de instantie over de conceptrapportage. Eventuele aanpassingen in de conceptrapportage worden puntsgewijs opgenomen in de definitieve rapportage.
Toelichting
De visitatiecommissie legt in eerste instantie haar conceptrapportage voor aan de instantie. De instantie krijgt daarmee de gelegenheid om feitelijke onjuistheden te corrigeren. De commissie maakt de rapportage daarna definitief, onder opneming van eventuele wijzigingen in de definitieve rapportage. De rapportage wordt vervolgens aangeboden aan het College.
De rapportage van de visitatiecommissie wordt, met de beslissing op het verzoek om erkenning, op de website van het NRGD geplaatst.
De visitatiecommissie beoordeelt een opleiding en deskundigheidsvorderingssysteem op grond van schriftelijke stukken die op het moment van de visitatie geldend zijn, zoals:
- Het document dat de opzet, inhoud, en de procedures, inclusief een klachtenregeling, van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem beschrijft;
- Het document dat het beoogde resultaat van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem, beschrijft;
- Een overzicht van docenten en begeleiders;
- Het document dat het doel en de minimale inhoud van het opleidings- of volgdossier van de deskundige beschrijft;
- Het document dat de wijze van begeleiding van de deskundige beschrijft, zoals supervisie, coaching en intervisie, zowel wat betreft de algemene - deskundigheidsgebied overstijgende – delen als de vakinhoud en de rapportagevaardigheden;
- Het document dat de procedures en wijze van toetsing van de deskundige beschrijft, zowel wat betreft de theoretische als de praktische gedeelten, alsmede de samenstelling van de toetsingscommissie en de mogelijkheid van bezwaar.
- Het document dat de kwaliteitszorg van de instantie inzake een opleiding en deskundigheidsbevordering beschrijft.
- Een recente zelf-evaluatie van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem;
- Een nader door de visitatiecommissie te bepalen steekproef van opleidings- en volgdossiers;
- In geval van een visitatie na een reeds verleende erkenning; de rapportage van de voorgaande visitatie;
- Overige door de visitatiecommissie relevant geachte schriftelijke informatie.
De visitatiecommissie toetst een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem voorts door middel van een van te voren aangekondigd visitatiebezoek dat in ieder geval uit de volgende elementen bestaat:
- Het als toehoorder geheel bijwonen van ten minste twee mondelinge toetsingen, waarbij bij elk toetsing een ander lid van de visitatiecommissie aanwezig is. In overleg met de visitatiecommissie kan tevens gebruik worden gemaakt van in beeld en geluid duidelijke video-opnamen van ten minste twee mondelinge toetsingen;
- Gesprekken met:
- ten minste twee door de visitatiecommissie aan te wijzen docenten;
- ten minste twee door de visitatiecommissie aan te wijzen begeleiders, zoals supervisoren en leidinggevenden;
- ten minste twee door de visitatiecommissie aan te wijzen examinatoren of toetsers, niet zijnde de docenten of begeleiders waarmee gesprekken plaatsvinden;
- ten minste drie deskundigen tegelijkertijd (groepsinterview);
- de portefeuillehouder Opleidingen en de directie van de instantie; - Het inzien van een, nader door de visitatiecommissie te bepalen, steekproef van opleidings- en volgdossiers van deskundigen.
- Een door de instantie aangekondigd, vertrouwelijk spreekuur met de visitatiecommissie.
Toelichting
Het beoordelen van de schriftelijke stukken door de visitatiecommissie dient ook ter voorbereiding van het visitatiebezoek. Naar aanleiding daarvan kan de commissie vragen en aandachtspunten formuleren voor het visitatiebezoek. In het geval van een verzoek om initiële erkenning vindt een volledige beoordeling van een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem plaats. Na een initiële erkenning van twee jaar vindt een visitatie op vormbehoud plaats. Na een verlenging van de erkenning met vijf jaar vindt telkens weer een volledige visitatie plaats. In het geval van een voorwaardelijke erkenning zal de visitatiecommissie ook moeten beoordelen of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn weggenomen.
Zelfevaluatie
De instantie voert de verlangde zelf-evaluatie uit op basis van de standaarden (zie bijlage1). De evaluatieformulieren van de deskundigen en de resultaten van de klachtenregistratie moeten daarin zijn meegenomen. De instantie benoemt de sterke en zwakke punten van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem alsmede de verbeteringen die de instantie op basis daarvan zal doorvoeren. De zelf-evaluatie vermeldt verder het rendement van de opleiding: een overzicht met het aantal kandidaten dat zich in de afgelopen vijf jaar heeft aangemeld voor de opleiding, hoeveel kandidaten zijn toegelaten, tussentijdse uitval en aantal geslaagden. Wat betreft het deskundigheidsbevorderingssysteem vermeldt de zelf-evaluatie hoeveel deskundigen de individuele toetsing met positief resultaat hebben afgerond en hoeveel niet.
Steekproef dossiers
Wat betreft de steekproef van opleidings- en volgdossiers met deskundigenrapportages moet het bij een eerste visitatie gaan om deskundigenrapportages die in de afgelopen vijf jaar zijn opgemaakt. Bij een visitatie na een eerder verleende erkenning moet het gaan om deskundigenrapportages die na de ingangsdatum van de eerdere erkenning zijn opgemaakt. De dossiers bevatten naast de deskundigenrapportages in ieder geval de evaluatieformulieren over de deskundige. De rapportages dienen een compleet en breed beeld te geven van de competenties van de deskundige.
Voor de steekproef overlegt de instantie een uitputtende lijst met opleidings- en volgdossiers alsmede de rapportages, opdat de visitatiecommissie daaruit een selectie kan maken. De instantie draagt vervolgens zorg voor verstrekking van de geselecteerde dossiers met de deskundigenrapportages aan de visitatiecommissie.
Spreekuur
De mogelijkheid om op vertrouwelijke basis met de visitatiecommissie te spreken over de ervaringen met de opleiding of het deskundigheidsbevorderingssysteem dient aantoonbaar ten minste één maand voorafgaand aan de datum van het visitatiebezoek per e-mail bekend te zijn gemaakt aan docenten, begeleiders en deskundigen. Wie niet in de gelegenheid is om naar het spreekuur te komen, krijgt de mogelijkheid om schriftelijk input aan de visitatiecommissie te sturen.
Een instantie kan het College om maatwerk verzoeken wanneer het nog niet kan voldoen aan de in artikel 4.5 of artikel 4.6 genoemde eisen. Bij honorering van het verzoek kan het College voorwaarden verbinden aan de erkenning.
Toelichting
Het zal in de praktijk niet altijd mogelijk blijken te zijn om inzage te bieden in opleidings- en volgdossiers uit de afgelopen vijf jaar, bijvoorbeeld wanneer de opleiding nog vrij nieuw is of wanneer het gaat om een nieuw deskundigheidsgebied dat onder het bereik van de erkenning moet vallen. In dat geval kan het College maatwerk toepassen.
Wanneer de erkenning ziet op meerdere deskundigheidsgebieden kan de visitatie bestaan uit een systeemtoets op de algemene delen van een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem en een toets op de vakinhoudelijke delen.
Toelichting
Wanneer een opleiding of deskundigheidsbevorderingssysteem meerdere deskundigheidsgebieden bedient, is het niet nodig om telkens per deskundigheidsgebied een volledige visitatie op alle onderdelen van dit beleidskader te verrichten. Het ligt voor de hand om het kernpanel in dat geval de beoordeling doen te laten doen van de deskundigheidsgebied overstijgende delen van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem. Het kernpanel baseert zich daarbij op de schriftelijke stukken van dit beleidskader (zie artikel 4.5) en een visitatiebezoek (zie artikel 4.6). Het vakinhoudelijke panel beoordeelt dan de vakinhoudelijke delen, onder andere op basis van de vakinhoudelijke modules, een representatieve steekproef van opleidings- en volgdossiers met deskundigenrapportages, aangevuld met een bezoek aan de afdeling en interviews met een of meerdere deskundigen en begeleiders, zoals supervisoren en leidinggevenden
Zie in dit verband ook artikel 4.2 over de samenstelling van de visitatiecommissie.
Artikel 4.9 Kosten visitatie
De kosten van de visitatie komen voor rekening van de instantie.
Hoofdstuk 5: behoud, uitbreiden, en intrekken erkenning
Om de erkenning van een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem te behouden dient de instantie te voldoen aan de volgende verplichtingen:
- De toetsing van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem vindt voortaan plaats conform de Werkwijze third party Assessment van het NRGD;
- De instantie overlegt jaarlijks een zelf-evaluatie van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem op basis van de standaarden van het College, met medeneming van de deskundigheidsgebieden die onder het bereik van de erkenning vallen;
- De instantie verleent medewerking aan het verstrekken van informatie indien het College vragen heeft naar aanleiding van de zelf-evaluatie. Artikel 4.5 en 4.6 zijn van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Het College zal na erkenning willen monitoren of de kwaliteit van de in het NRGD geregistreerde deskundigen is geborgd. Dat doet het College onder andere door een gecommitteerde van het NRGD zitting te laten nemen in de toetsingscommissie van de instantie. Hierbij wordt gedoeld op de toetsingscommissie die de eindtoets afneemt waarbij rapportages van de deskundige worden beoordeeld. Het kan gaan om deskundigenrapportages die zijn opgemaakt in het kader van de opleiding of daarna, afhankelijk van of alleen een opleiding is erkend of een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem.
De instantie dient verder jaarlijks een zelfevaluatie te overleggen. In de toelichting onder artikel 4.6 staat beschreven waaruit deze zelf-evaluatie dient te bestaan. Wanneer het College vragen heeft naar aanleiding van de zelf-evaluatie kan het aanvullende informatie opvragen bij de instantie. Daar hoort ook de mogelijkheid bij om een steekproef van deskundigenrapportages in te zien en te beoordelen en een locatiebezoek te plannen, waarbij gesproken wordt met de opleider of de vakinhoudelijke afdeling. De kosten die hiermee gemoeid zijn komen voor rekening van het NRGD.
Een reeds verleende erkenning kan op verzoek van de instantie worden uitgebreid met een nieuw deskundigheidsgebied.
Toelichting
Wanneer het NRGD een nieuw (deel)deskundigheidsgebied normeert en openstelt voor registratie, kan bij de instantie de behoefte bestaan om het gebied deel uit te laten maken van de erkenning.
Wanneer een nieuwe visitatie binnen afzienbare tijd gepland staat, kan de visitatiecommissie het nieuwe deskundigheidsgebied in de visitatie betrekken. Laat de visitatie nog even op zich wachten, dan kan eventueel een deelvisitatie, conform de vereisten van het dan geldende beleidskader visitatie en erkenning, plaatsvinden. Indien reeds een systeemtoets op de algemene delen heeft plaatsgevonden zal normaal gesproken alleen het vakinhoudelijke deel van het toe te voegen deskundigheidsgebied behoeven te worden gevisiteerd.
Wanneer dit nieuwe deskundigheidsgebied bij positief resultaat van de visitatie onder het bereik van de erkenning komt te vallen, zullen de gevolgen ook dan weer fasegewijs ingaan. Dit betekent dat als eerste de inhoudelijke toetsing van de pasopgeleide deskundigen door het NRGD zal komen te vervallen. Zie in dit verband ook artikel 3.5.
- Het College trekt de erkenning in of verbindt voorwaarden aan de erkenning wanneer een opleiding of deskundigheidsbevorderingssysteem, naar het oordeel van het College, niet langer aan de standaarden voldoet. Artikel 3.4 is van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Het College kan in het uiterste geval een erkenning intrekken of er later alsnog voorwaarden aan verbinden. Daartoe zal het College alleen overgaan wanneer het na zorgvuldig onderzoek heeft kunnen vaststellen dat een opleiding of deskundigsbevorderingssysteem niet langer aan de standaarden voldoet. Wanneer het College de erkenning intrekt, zal het NRGD de aanvragen om (her)registratie zelf weer inhoudelijk gaan toetsen.
- Het College kan de erkenning (tijdelijk) intrekken wanneer de instantie niet voldoet aan de verplichtingen van artikel 5.1.
Toelichting
Erkenning van een opleiding of deskundigheidsvorderingssysteem betekent dat het College meer op afstand komt te staan. Het College zal willen monitoren dat de kwaliteit van de deskundigen die staan ingeschreven in het register blijvend wordt geborgd. Het College verwacht dat de instantie de verplichtingen van artikel 5.1 daartoe zal nakomen. Wanneer een instantie dat niet doet, kan het College de erkenning (tijdelijk) intrekken. Dat betekent ook dat het NRGD de aanvragen om (her)registratie zelf weer inhoudelijk zal toetsen.
6. Gevolgen erkenning
- Na erkenning van een opleiding vervalt, op een door het College vast te stellen datum, voor nieuwe aanvragen om registratie in het NRGD de inhoudelijke toetsing van de deskundige door het NRGD, mits de deskundige de opleiding met goed gevolg heeft afgerond en het diploma daarvan kan overleggen.
Toelichting
De aanvraag om registratie van een deskundige die de opleiding met goed gevolg heeft afgerond en zijn diploma heeft behaald, wordt vanaf de door het College vastgestelde datum enkel administratief getoetst door het NRGD. Voldoet de deskundige aan de administratieve instapeisen, waaronder het overleggen van het diploma en een Verklaring omtrent het Gedrag, dan wordt de deskundige voorwaardelijk en voor twee jaar geregistreerd als gerechtelijk deskundige in het NRGD. De deskundige zal na twee jaar een aanvraag om herregistratie moeten doen om zijn registratie in het NRGD te verlengen. Het NRGD zal de deskundige dan zelf weer vakinhoudelijk toetsen. Wanneer de deskundige niet aan de eisen voor herregistratie blijkt te voldoen, kan de registratie niet worden verlengd of in uitzonderlijke gevallen alleen onder voorwaarden. Zie hiervoor het Beleidskader voorwaardelijke registraties.
- Na erkenning van een deskundigheidsbevorderingssysteem vervalt, op een door het College vast te stellen datum, de inhoudelijke toetsing van de deskundige door het NRGD voor nieuwe aanvragen om herregistratie na een onvoorwaardelijke registratie, mits de deskundige de interne toetsing bij de instantie met goed gevolg heeft afgerond en het bewijs daarvan kan overleggen.
Toelichting
In geval van erkenning van een deskundigheidsbevorderingssysteem vervalt de inhoudelijke toetsing van het NRGD voor deskundigen die na een onvoorwaardelijke registratie een aanvraag om herregistratie doen. Die inhoudelijke toetsing vindt dan alleen nog bij de instantie zelf plaats conform de Werkwijze third party assesment. Het NRGD doet ook dan uitsluitend een administratieve toets.
Het College heeft overigens de wettelijke verplichting om de registratie door te halen wanneer gedurende de registratie blijkt dat de gerechtelijk deskundige niet langer aan de kwaliteitseisen voldoet. Het College kan een onderzoek instellen naar de kwaliteit van het werk van een individuele deskundige wanneer het concreet onderbouwde signalen ontvangt. Het College zal pas overgaan tot doorhaling van de registratie wanneer de resultaten van zorgvuldig onderzoek, met de mogelijkheid van hoor en wederhoor, hiertoe voldoende aanknopingspunten geven. Zie hiervoor de Regeling Meldingen en de Beleidsregel schorsing en doorhaling.
7. Overgangsrecht
Wanneer het NRGD aanvragen om registratie of herregistratie in behandeling heeft op de datum dat de inhoudelijke toetsing van het NRGD vervalt, toetst het NRGD deze aanvragen uitsluitend nog administratief, tenzij de toetsingscommissie van het NRGD al gestart is met de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag.
Revisiehistorie
Bijlage 1: Standaarden NRGD voor de beoordeling van een opleiding en deskundigheidsbevorderingsysteem
Om voor erkenning in aanmerking te komen of een erkenning te behouden dienen een opleiding tot gerechtelijk deskundige en een deskundigheidsbevorderingssysteem aan de door het College vastgestelde standaarden te voldoen.
Standaard 1: Eindtermen
De eindtermen van een opleiding en een deskundigheidsbevorderingssysteem zijn in overeenstemming met de kwaliteitseisen van het Besluit register deskundige in strafzaken, zoals nader uitgewerkt in de deskundigheid specifieke beoordelingskaders en de Gedragscode van het NRGD.
Standaard 2: Onderwijs- en leeromgeving
Het opleidingsprogramma maakt het voor de gerechtelijk deskundige in opleiding mogelijk de beoogde eindtermen te realiseren.
De beoogde eindtermen zijn adequaat vertaald in concrete leerdoelen van (onderdelen van) het opleidingsprogramma.
Het deskundigheidsbevorderingssysteem maakt het voor de NRGD-geregistreerde gerechtelijk deskundige mogelijk om zijn kennis en vaardigheden voortdurend te ontwikkelen ten einde het vak van gerechtelijk deskundige op verantwoorde en professionele wijze te kunnen blijven uitoefenen.
De eindtermen van het deskundigheidsbevorderingssysteem zijn adequaat vertaald in concrete leerdoelen. Er is een programma van (scholings)activiteiten, zoals permanente educatie, begeleiding in de vorm van supervisie, coaching en intervisie, collegial review en 360 graden scans.
Standaard 3: Docenten en begeleiders
De docenten, gastdocenten en begeleiders zijn zowel inhoudelijk als didactisch deskundig om de opleiding of deskundigheidsbevordering te verzorgen en begeleiding te geven.
De kwaliteit en kwantiteit van het docenten- en begeleidersteam maken het voor zowel de gerechtelijk deskundige in opleiding als de NRGD-geregistreerde gerechtelijk deskundige mogelijk om de eindtermen te realiseren.
Standaard 4: Toetsing
De instantie beschikt over een adequaat systeem van toetsing van de kennis en vaardigheden van de deskundige, zowel voor de opleiding als het deskundigheidsbevorderingssysteem. De inhoudelijke en procedurele eisen zijn helder voor de deskundige.
De eindtoets bestaat voor zowel de opleiding als het deskundigheidsbevorderingssysteem uit een beoordeling van de deskundige op basis van zijn deskundigenrapportages. Deze beoordeling is objectief en voldoende onafhankelijk geborgd. Een commissie met tenminste één jurist en één extern vakinhoudelijk lid neemt deze eindtoets af. Na erkenning zal de eindtoets conform de Werkwijze third party assessment van het NRGD plaats vinden.
De kwaliteit van de toetsing wordt voldoende gewaarborgd. Voor de deskundige bestaat de mogelijkheid van bezwaar tegen een negatieve uitslag van de eindtoets.
Standaard 5: Gerealiseerde eindtermen en resultaten
De instantie toont aan dat met de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem de eindtermen zijn gerealiseerd. Voor zowel de opleiding als het deskundigheidsbevorderingssysteem blijkt dit uit de uitkomsten van tussentijdse toetsen en de eindtoets op basis van deskundigenrapportages.
Standaard 6: Kwaliteitszorg
De kwaliteitszorg is gericht op de realisatie van de visie van de instantie op het professioneel opleiden van gerechtelijk deskundigen en het verder ontwikkelen en behouden van de kennis en vaardigheden van deze deskundigen. De instantie werkt blijvend aan ontwikkeling en verbetering. Er is voldoende draagvlak voor de visie en het beleid van de instantie ten aanzien van de kwaliteit van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem, en er vindt hierover voldoende interne en externe afstemming plaats.
Elke standaard wordt voorzien van een oordeel:
- Voldoet: de opleiding of het deskundigheidsbevorderingssysteem voldoet aan de standaard.
- Voldoet niet: de opleiding of het deskundigheidsbevorderingssysteem voldoet niet aan de standaard.
- Voldoet onder voorwaarde: de opleiding of het deskundigheidssysteem voldoet nog niet aan de standaard; er zijn verbeteringen nodig om aan de standaard te voldoen.
Hierbij gaat het om een gewogen en gemotiveerd eindoordeel over een opleiding of deskundigheidsbevorderingssysteem, waarbij de volgende beslisregels in acht worden genomen:
- Voldoende: standaarden 1 tot en met 6 zijn beoordeeld als
‘voldoet’. - Voldoende onder voorwaarden: de standaarden 1 en 5 zijn beoordeeld als ‘voldoet’. Standaard 2, 3, 4 en 6 kunnen een oordeel
‘voldoet onder voorwaarde’ hebben. - Onvoldoende: een oordeel ‘voldoet niet’ op één van de
standaarden.
Er vindt twee jaar na een initiële erkenning een toets op vormbehoud plaats. De visitatiecommissie beoordeelt een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem dan alleen op standaard 5 (steekproef deskundigenrapportages en een gesprek met het hoofd opleidingen). De overige standaarden kunnen buiten de beoordeling blijven, tenzij zich wijzigingen hebben voorgedaan. De visitatiecommissie neemt de verbeterpunten verbonden aan een voorwaardelijke erkenning in haar beoordeling mee evenals haar suggesties in het kader van een onvoorwaardelijke erkenning.