Het NRGD in de toekomst

Systeemborging en toezicht

Iedere organisatie dient te beschikken over een adequaat kwaliteitssysteem waarvan accreditatie en certificering onderdeel uitmaken. Daarop is een vorm van toezicht noodzakelijk. De minister van Justitie en Veiligheid verwoordde het in zijn ‘visie op forensisch onderzoek’ uit 2018 als volgt: ‘De kwaliteit en onafhankelijkheid van het forensische onderzoek moeten overeind blijven, ongeacht wie de aanbieder is. Om te zorgen dat het hele proces van forensisch onderzoek, van het veiligstellen van sporen op de plaats delict tot en met de rechtszaal, aan dezelfde hoge standaarden voldoet, is een ketenkwaliteitssysteem nodig. Dat systeem moet gebaseerd zijn op voor het werk toepasselijke normen, waaronder in ieder geval de relevante ISO-normen. Belangrijke componenten zijn de validatie van methodes, het vaststellen van vereiste competenties, het opleiden en toetsen van deze competenties, het breed rapporteren van fouten en afwijkingen en de mogelijke consequenties daarvan en onafhankelijk toezicht op de opzet en toepassing van het systeem. Het toezicht blijft in eerste instantie belegd bij de instanties die er nu al zijn, met name de Raad voor Accreditatie, het NRGD en de Auditdienst Rijk.

Deskundigen bij de politie

De wettelijke regeling deskundige in strafzaken gaat zoals boven beschreven uit van een formeel deskundigenbegrip. Een aanwijzingsbevoegdheid geeft het OM de mogelijkheid de reikwijdte van dit begrip nader in te vullen. In opdracht van het NRGD heeft mr. Hoving verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek gedaan naar het toezicht op de kwaliteit van de technisch opsporingsambtenaar7. Op basis van de huidige wetgeving in combinatie met de aanwijzing van het Openbaar Ministerie worden alle forensisch onderzoekers van de politie niet als gerechtelijk deskundigen in formele zin gezien. Dit terwijl ook de politie toenemend rapporten (de term proces-verbaal is in deze achterhaald) opstelt met interpretaties. Het inperken van de reikwijdte van het NRGD door deze Aanwijzing (Aanwijzing technisch opsporingsonderzoek/deskundigenonderzoek 2013) is niet langer passend bij de ontwikkelingen sinds die tijd en vraagt om een oplossing.

Kleine gebieden

Het NRGD is nog niet af. Er is nog een aantal gebieden dat wacht op normering. De ervaring heeft geleerd dat het normeren en toetsen van een klein gebied met een beperkt aantal deskundigen een even grote inspanning kost als die voor een groot gebied. De capaciteit van het bureau, als ook het budget, zijn hier niet op berekend. Veruit de meeste van deze gebieden worden door het NFI uitgeoefend. Het valt te onderzoeken of kleinere gebieden met het erkenningsbeleid kunnen worden geborgd. Kleine gebieden vormen op nog een andere manier een uitdaging. De introductie van DNA-onderzoek was van grote meerwaarde in het strafrecht. Er bleef echter ook behoefte aan vingersporenonderzoek. Hetzelfde zien we gebeuren bij de groei van digitale technologie. Lastig wordt het wanneer de vraag naar een klein gebied zo klein wordt dat geen nieuwe deskundigen meer worden opgeleid. Dit zien we gebeuren met handschriftdeskundigen. Tegelijktijdig is handschrift in sommige (terrorisme) zaken mogelijk nog wel degelijk van grote waarde. Het NRGD kijkt met ketenpartners naar (on) mogelijkheden.

Met het erkenningsbeleid geeft het NRGD organisaties de ruimte om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor kwaliteitsborging. Dit beleid kan ook voor de politie geschikt zijn. Het gaat er immers om of de organisatie kan laten zien dat zijn medewerkers aan de hand van consensusnormen adequaat opgeleid en geëxamineerd worden. Daarmee verschuift de borging van het individuele niveau naar het systeem waarbinnen het individu wordt opgeleid en geëxamineerd.

Ketenoverleg

De komende jaren zal de forensische expertise zich meer kenmerken door activity, multidisciplinair samenwerken en artificial intelligence (AI). In lijn met de ‘visie op forensisch onderzoek’ is het NRGD in 2019 een eerste kwaliteitsketenoverleg gestart. Kwaliteitsmedewerkers van politie, NFI, TMFI, OM en NRGD bespreken gezamenlijk ontwikkelingen en uitdagingen.

Een register voor de rechtspraak

De vraag naar forensisch wetenschappelijke correcte kennis in de rechtspraak speelt niet alleen in het strafrecht. In het bestuursrecht en civiel recht neemt ook de rol van deskundigen toe en bestaat ook behoefte aan borging van deskundigen. Het gaat bijvoorbeeld om medisch specialisten die rapporteren in het bestuursrecht en het civiel recht (denk aan arbeidsongeschiktheidszaken en letselschadezaken). Er is in dezelfde tijd als het NRGD een vereniging opgericht, de NVMSR (Nederlandse Vereniging van Medisch Specialistisch Rapporteurs). Met subsidie van het NRGD is een opleiding opgezet. De NVMSR heeft inmiddels aangetoond dat hun opleiding adequaat is, waardoor het NRGD aan de hand van het erkenningsbeleid deze deskundigen ‘op een lichtere wijze’ kan toetsen en registeren. Omdat de huidige wettelijke regeling zich beperkt tot het strafrecht is een wettelijke aanvulling in het bestuursrecht en civiel recht noodzakelijk.

Europese samenwerking

Criminaliteit stopt niet bij de landsgrenzen. Om de criminaliteitsbestrijding te verbeteren worden daarom juridische procedures geharmoniseerd. Daardoor ontstaat ook een toenemende behoefte aan uitwisseling van forensische informatie. Het uitwisselen van DNA- en vingersporen heeft veel misdrijven helpen oplossen. Het vertrouwen in de kwaliteit van die informatie wordt daarmee van steeds groter belang en daarmee de noodzaak van uniforme kwaliteitsborging. Dit heeft in 2009 geleid tot de EU-richtlijn voor verplichte accreditatie van DNA en vingersporen. In de jaren daarna is echter niet veel progressie gemaakt. Het EU-actieplan uit 20168 bevatte op het gebied van verdere accreditatie en certificering helaas geen harde doelen. Met de stormachtige ontwikkeling van forensisch digitaal onderzoek in de laatste jaren is de behoefte aan toezicht verder toegenomen. Hierbij kan worden voortgebouwd op al bestaande kennis en ervaring van ENFSI, de Engelse Forensic Science Regulator, de Raad voor Accreditatie en het NRGD. Ook kunnen de in ontwikkeling zijnde forensische ISO-normen een benchmark bieden. De uitdagingen betreffende toenemende vraag versus beperkte middelen, samenwerking publiek/privaat, een efficiënte inzet van mensen en middelen en innovatie spelen evenzeer op Europees niveau en vragen om een meer forensische beleidsagenda op Europees niveau.

Aandachtspunten

Op basis van deze analyse, het politieke debat over forensisch onderzoek en de diverse rapporten ziet het NRGD de volgende aandachtspunten voor Nederland en Europa.

Nederland

  • Zorg dat een systeem met accreditatie en persoonscertificering de norm wordt van plaats delict tot terechtzitting en voor alle medewerkers ongeacht de organisatie waar men in dienst is. Betrek daarbij ook bredere ‘forensische’ activiteiten zoals bijvoorbeeld van de Raad voor de kinderbescherming of forensische behandelklinieken.
  • Het NRGD-beleid maakt het mogelijk voor organisaties zoals de politie om kwaliteitsborging in eigen hand te nemen.
  • Accreditatie en persoonscertificering kunnen elkaar versterken en aanvullen.
  • De uitdagingen betreffende een toenemende vraag, beperkte middelen, samenwerking publiek/privaat en innovatie vragen om passend toezicht.
  • Zorg dat de beschikbaar gestelde financiële middelen het aantal contra-deskundigen structureel vergroot en daarmee de toegang tot een second-opinion garandeert voor zowel de advocatuur als de rechterlijke macht. Meer inzet van buitenlandse deskundigen kan daarbij een rol spelen.
  • Investeer in het overbruggen van de kenniskloof met een passende kennisstructuur met opleidingen in de forensische wetenschap voor juridische professionals (rechter, officier van justitie, advocaat).
  • Het borgen van ‘forensische’ kwaliteit geldt niet alleen voor het strafrecht evenzeer voor deskundigen in het bestuursrecht en civiel recht.
  • Een toekomstbestendig forensische kwaliteitsstructuur is gediend bij één register voor zowel het strafrecht als het bestuursrecht en civiel recht Europa.
  • Overweeg het instellen van een ‘European Forensic Science Advisory Committee’ om ontwikkelingen op deelaspecten zoals markt, innovatie, kennis en kwaliteit in kaart te brengen en gebruik dit bij het opstellen van gemeenschappelijk Europees beleid voor forensisch technisch onderzoek.
  • De Europese verplichting tot het accrediteren van DNA en vingersporen in 2009 heeft geleid tot EU-brede accreditatie voor deze twee gebieden. Verplichte accreditatie van telkens nieuwe gebieden waaronder in ieder geval digitaal forensisch onderzoek is noodzakelijk.
  • Bevorder het verhogen en borgen van competenties van deskundigen in brede zin bijvoorbeeld door EU-brede eisen aan minimale uren bij- en nascholing. Het is in dit licht nog te vroeg voor een robuuste Europese lijst met competente ‘deskundigen’.
  • De verschillende nationale accreditatiewebsites moeten met een vergelijkbare zoektermen en in ieder geval ook in het Engels te raadplegen zijn.

Europa

  • Overweeg het instellen van een ‘European Forensic Science Advisory Committee’ om ontwikkelingen op deelaspecten zoals markt, innovatie, kennis en kwaliteit in kaart te brengen en gebruik dit bij het opstellen van gemeenschappelijk Europees beleid voor forensisch technisch onderzoek.
  • De Europese verplichting tot het accrediteren van DNA en vingersporen in 2009 heeft geleid tot EU-brede accreditatie voor deze twee gebieden. Verplichte accreditatie van telkens nieuwe gebieden waaronder in ieder geval digitaal forensisch onderzoek is noodzakelijk.
  • Bevorder het verhogen en borgen van competenties van deskundigen in brede zin bijvoorbeeld door EU-brede eisen aan minimale uren bij- en nascholing. Het is in dit licht nog te vroeg voor een robuuste Europese lijst met competente ‘deskundigen’.
  • De verschillende nationale accreditatiewebsites moeten met een vergelijkbare zoektermen en in ieder geval ook in het Engels te raadplegen zijn.